Haar vraag is bescheiden. Terwijl ik op de TT kermis loop, plingt mijn mobiel over een inkomende mail. De afzender heeft dezelfde achternaam als mijn kinderen. Heel zeldzaam is die niet, maar toch bijzonder. Met interesse lees ik de mail. Ze is vol lof over wat ik doe en hoe mooi de kaarsen zijn. Ook dat is niet zeldzaam, maar het blijft fijn om te horen.Dan vertelt ze over de reden dat ze contact zoekt, de Samenloop voor Hoop. Ze doet mee voor haar schoonzus, bij wie een hersentumor is ontdekt, 4 jaar geleden. Haar woorden maken duidelijk dat genezing een gepasseerd station is en dat er kinderen zijn die erna opgevangen moeten worden. Lang hoef ik niet na te denken over haar vraag of ik iets wil doneren, voor op de kraam bij het evenement. Hoewel ik dat zelden doe, bij mensen die ik niet ken, moet ik eerlijk toegeven. Ik weet niet eens waar ze gaat mee doen aan de Samenloop voor Hoop. Na enige uitwisseling, bezoekt ze vandaag het atelier. De tasjes staan klaar, twee met kaarsen voor het goede doel en één met kaarsen voor de kinderen die te jong hun moeder gaan missen. Ze vertelt iets meer over de situatie, de voorspelde tijd is bijna ‘op’. Het zal een intens gebeuren zijn, de Samenloop, maar zo belangrijk om verbinding te maken met mensen die weten wat kanker doet met de mensen die het mee maken. Met wat extra lichtpuntjes vertrekt deze lieve vrouw, een knuffel als bonus en de belofte dat ze vaker zal langskomen voor Lichtpuntjes en kaarsresten. In zulke momenten vind ik verbinding. Met vreemden en toch diep geraakt. Dan voel ik weer waar ik het voor doe.