De regenboogkaarsen ben ik drie jaar geleden gaan maken. Eigenlijk was ik er net achter gekomen dat ik kaarsen had gemaakt en dat we kaarsen waren verkocht, die niet bleven branden. Dat is niet iets waar ik trots op ben. Toch vertel ik het, want het inspireerde mij om mooie kaarsen te maken. Deze mooie kaarsen zouden ook ongebrand mooi zijn.
Het mooiste leek mij de regenboog. Ik had al kaarsen gemaakt met 2 verschillende kleuren en de Regenboog was gewoon een kwestie van dunnere lagen en meerdere kleuren in de juiste volgorde. Rood moet boven, kaarsen worden ondersteboven gemaakt, dus eerste kleur is rood. Dan oranje, geel, groen, blauw en paars. Deze 6 kleuren gebruik ik, hoewel er eigenlijk 7 kleuren horen in de regenboog. Wat best logisch is voor zo een mooi natuurverschijnsel, dat mede symbool staat voor schoonheid, transformatie en diversiteit.
Niet dat ik daar meteen bij stil stond, toen ik mijn eerste Regenboogkaars maakte. Nee, in eerste instantie wilde ik een kaars maken die zowel mooi was voor het oog, als het kleurrijke karakter van Mirthe tot uitdrukking zou brengen. Natuurlijk zou de Regenboog kaars ook moeten branden, dat was wel het allerbelangrijkste! Zo werd de Regenboogkaars geboren.
Inmiddels zijn er enkele honderden Regenboogkaarsen gemaakt. De eerste maakte ik per stuk. Mondjesmaat werden het er meer en meer. Soms zelfs twee op een dag, waarbij er de hele dag aan gewerkt werd. Kaarsvet kleurend met pigment of wascokrijtjes. Inmiddels is het bij kleuren nauwelijks nodig, omdat er vele kleuren op voorraad liggen. En tegenwoordig is het assortiment Regenboogkaarsen sterk uitgebreid. Het blijft een stukje vakwerk, iets dat ik nog hoofdzakelijk zelf doe. In tegenstelling tot de unikleurige kaarsen. Dat is teamwork.
En waarom de kaarsen die ik 3 jaar geleden maakte, niet opbrandden? Dat had te maken met het lont dat ik toen gebruikte. Sinds die tijd gebruik ik lont dat is afgestemd op de vorm en diameter van de kaars.